Vorig jaar werden we tijdens ons eerste bezoek aan de kwelder half april verrast door de leegte. Geen lepelaarnest te bekennen. Er was een grote overstroming geweest begin april en alle vroege nesten waren weggespoeld. Gelukkig zijn de lepelaars opnieuw gaan broeden en hadden ze het beste broedseizoen ooit.
Dit jaar was er een nieuwe verrassing. Weer zagen we nergens lepelaars op 15 april. Maar dat was schijn. De lepelaars zaten verstopt in het hoge kweldergras. Misschien door het lange groeiseizoen in de herfst van 2021, of misschien door de warme winter, maar nog nooit hadden we zo’n moeite in het vroege voorjaar om door het kniehoge gras te banjeren en de lepelaars te vinden. Pas als we vlakbij een groepje lepelaars kwamen zagen we hier en daar een karakteristieke kuif boven het gras uitsteken of zagen we een lepelaar landen, die verraadde dat er een groepje moest zitten. Het aflezen van de gekleurde ringen om de poten, die ons vertellen wie de lepelaar is, was dan ook heel erg moeilijk.
Zo duurde het ook even voor we de versleten ringen van een oude bekende hadden ontcijferd, Zwart-Rood-K7, een lepelaar die al in 2002 op de kwelder van Schiermonnikoog is geringd. De eerste keer dat deze vogel terugkwam naar het eiland was in 2006 en hij had toen gelijk een succesvol broedseizoen. Bijna alle jaren sindsdien is hij gezien. Of broedend op de kwelder, of op het wad van Hornhuizen aan de Groninger kust. Het wad van Hornhuizen is een plek waar honderden lepelaars na het broedseizoen samenkomen om te ruien en op te vetten voor hun trek naar het zuiden. Laat dat nou net de locatie zijn waar Tennet een grote electriciteitskabel doorheen wil leggen. Lepelaar Zwart-Rood-K7 vliegt in september vanaf de Groninger kust naar zijn wintergebied in Oost-Spanje, de Ebrodelta, een waddengebied bij Tarragona.
Terwijl zwart-rood-K7 op 15 april net op een nest met eieren zat, bleek op hetzelfde moment in de Westerplas de lepelaarman met ringcombinatie Blauw-Lime-Geel / α-Groen-Gele vlag (BLY/aGYf) al kleine kuikens te voeren op een mooi nest recht tegenover de vogelkijkhut. Dat je nu lepelaars kan zien broeden vanuit de kijkhut is best bijzonder, want lepelaars broeden pas sinds tien jaar in de Westerplas, waar de eerste jaren slechts enkele broedparen helemaal in de westelijke uithoek zaten. BLY/aGYf is in 2012 als jong geringd op de kwelder en werd al in juni 2014 in de Westerplas weergezien. Toen had hij nog zwarte vleugelpunten, iets waar je jonge lepelaars aan kan herkennen. Het lijkt erop dat hij sindsdien elk voorjaar in de Westerplas broedt. Hij overwintert in Zuid-Spanje, in de visvijvers van Veta La Palma. Deze visvijvers zijn heel erg belangrijk voor lepelaars geworden omdat het Nationale Park Coto de Doñana is uitgedroogd.
De eerste kuikens in de Westerplas vliegen al rond, de meeste kuikens op de kwelder kruipen net uit het ei. Is vroeg of laat broeden voordeliger voor het grootbrengen van jongen? Hoe gaan de vogels om met hitte en droogte of, wie weet, storm en regen? Krijgen de lepelaars wederom te maken met overstroming van de kwelder? Kunnen de ouders genoeg voedsel vinden voor de jongen en wordt het ook dit jaar weer een fantastisch broedseizoen? Het is weer spannend hoe het de komende tijd voor de lepelaars verder zal gaan.