Bescherming

Bescherming: Hoe en waarom?

Lepelaars komen al vele eeuwen voor in Nederland en in de omringende landen. In ons land moeten er ooit vele (tien)duizenden paren hebben gebroed. Dit blijkt onder meer uit notities van de eerste ornithologen en verslagen van handel in duizenden jonge lepelaars in de voorbije eeuwen. Daaruit ontstaat het beeld dat er grote kolonies waren in de enorme moerassen die ons land vroeger rijk was.

Waarom wij lepelaars willen beschermen

Door vervolging en drooglegging van moerassen ging het bergafwaarts met de soort, in de jaren vijftig en zestig stortte het bestand nog verder in door grootschalig gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw. In de jaren zeventig broedde de soort in Europa alleen nog in Nederland, Spanje en Zuidoost-Europa. In 1969 werd in Nederland een dieptepunt van slechts 148 nesten bereikt. Door verbod op de meest schadelijke pesticiden, verbeterde wettelijke bescherming en ontwikkeling van natte natuurgebieden kon de Lepelaar zich herstellen. De Nederlandse populatie groeide weer tot ruim 3000 in 2019. Doordat de oude kolonies door vossen bedreigd werden ontdekten de lepelaars de Waddeneilanden als geschikte broedplaatsen. Vanuit ons land verspreidde de soort zich ook weer naar andere landen.

Toch is het nog geen tijd om achterover te leunen. De soort staat nog steeds bloot aan bedreigingen. Meest zichtbare zijn de slachtoffers van hoogspanningsleidingen en de jacht (bijvoorbeeld nog steeds in Frankrijk!). Hierover krijgen we met enige regelmaat meldingen en foto’s. Minder opvallend zijn de veranderingen in het habitat van de Lepelaar, zoals de gevolgen van overbevissing van schaaldier- en visbestanden, een probleem dat bekend is van onze (Wadden)zee en Deltagebied. Deze uitputting van natuurlijke bronnen hebben we als Nederland ook geëxporteerd naar het Afrikaanse overwinteringsgebied van Lepelaars en dat van veel van onze andere broedvogels en trekvogels. Ringonderzoek leert ons dat er van lepelaars die in de traditionele overwinteringsgebieden in West-Afrika overwinteren procentueel minder terugkeren dan van de dieren die ‘s winters in Zuid-Europa verblijven.

De populatie in Spanje en Portugal heeft bovendien veel te lijden onder watertekorten die leiden tot opdrogen van foerageergebieden. Dit komt door excessief watergebruik voor de landbouw en is mogelijk ook een gevolg van klimaatverandering. Ook ‘onze’ Lepelaars hebben daar in de trektijd last van.

Daarnaast is er nog een scala aan lokale bedreigingen zoals het verdwijnen van kolonies en foerageergebieden door industrie, landbouw en recreatie. Ook vestiging van roofdieren zoals de vos kan een kolonie in het nauw brengen, ook al leidt dat soms tot verhuizing naar een plek hoog in de bomen.

Broedkolonie op de kwelder van Schiermonnikoog

Broedkolonie op de kwelder van Schiermonnikoog

Hoe kunnen we de lepelaar beschermen?

In Nederland zijn het vooral de broedkolonies, foerageergebieden tijdens de broedperiode, en de najaars-opvetplekken die belangrijk zijn voor Lepelaars. Wat betreft het buitenland richten we ons met name op stopover-sites langs de trekroute en overwinteringsgebieden.

De werkgroep dringt bij beheerders aan op bescherming en juist beheer van kolonies. In het geval van vernietiging van een kolonie door een havenbedrijf hebben onze protesten en procedures geleid tot extra maatregelen voor lepelaars en het langer voortbestaan van de kolonie op een andere locatie.

Verder heeft vergelijkend onderzoek aan broedsucces, ontwikkelingen van aantallen in combinatie met voedselonderzoek aangetoond dat in de Waddenzee momenteel de hoeveelheid voedsel beperkend is. Jonge platvis blijkt erg belangrijk te zijn voor jonge lepelaars; deze vissen nemen juist sterk af gedurende de afgelopen decennia. Visserij en opwarming van het zeewater spelen waarschijnlijk een rol in de visstand.

De lepelaar is door zijn unieke verschijning een soort uithangbord voor natuurbeheerders, zij kunnen met de aanwezigheid van lepelaars laten zien dat het goed gaat met hun gebied. In het kielzog van de lepelaar profiteren ook veel soorten die minder opvallend en ‘sexy’ zijn.

enkele lepelaars staand in de begroeiing