De tellingen in de database van de Werkgroep Lepelaar gaan terug tot 1962. Toen waren er in Nederland 5 lepelaar-kolonies, met 361 nesten, 2 kolonies op het vasteland en 3 op de Waddeneilanden. Zwanenwater (151 broedpaar), Naardermeer (115), Texel de Muy (80), Texel de Geul (7), Terschelling (8). De situatie is totaal veranderd. In 2019 waren er 71 kolonies met 3713 nesten in heel Nederland.
Er hebben enorme veranderingen plaatsgevonden in de verspreiding van de kolonies over Nederland. Van de 5 kolonies met totaal 371 nesten in 1962 in het Zwanenwater, Naardermeer, Terschelling, Texel de Geul en de Muy hebben de lepelaars zich nu verspreid over het hele land met in 2019 totaal 71 kolonies en 3713 broedpaar. In alle provincies hebben de afgelopen jaren wel lepelaars gebroed, behalve in Drente. Helemaal onderaan dit blog vind je een uitgebreid beetje droog cijfermatig overzicht van de ontwikkeling van de aantallen kolonies en broedparen in Nederland.
Habitats
Het mooie is dat lepelaars in Nederland in allerlei habitats broeden. Je denkt bij lepelaars aan moerasgebieden en woeste kwelders. Ja dat is zo, maar ze broeden ook op hele bijzondere plekken. Op de Waddeneilanden broeden ze op de grond op de kwelders, in het riet, in duinvalleien en in de wilgen en vlieren. Maar ook op de basaltdijk de Banaan bij Den Oever. In de Delta broeden ze onder andere op de Schorren op de grond, op eilandjes, in wilgen maar ook op de grond van industrieterreinen en bijvoorbeeld op Neeltje Jans. Maar het meest gevarieerd zijn toch wel de plekken op het vasteland. Zomaar een greep uit de habitats: te beginnen met de natuurlijke schorren (Balgzand) waar ze op de grond broeden en moerassen waar ze vaak in de wilgen broeden (de Wieden, Oostvaardersplassen), op de grond op eilandjes in moerasgebieden (Nieuwkoopse plassen). Maar ook broeden ze op basaltdijken (Kinseldam) en zoals in Haarlem Buitenliede in bomen op een eiland vlak langs een fietspad en bij een benzinepomp. Maar nog gekker zijn de lepelaars die hebben gebroed in de wilgen van het Heempark in Delft of in het Sloterpark in een denneboom en in de kasteeltuinen van Arcen in een spar. Lepelaars lijken niet zo kieskeurig en dat maakt dat steeds meer mensen kunnen genieten van lepelaars in hun omgeving. Soms gaat het toch mis. De grondbroedende lepelaars hebben last van predatie door vossen, de lepelaars in het Sloterpark werden verjaagd door een popconcert, en de lepelaars op industrieterreinen verliezen gewoon hun gebied omdat daar gebouwd moet worden. Maar ook in de natuurlijke gebieden is het niet altijd veilig. De kwelders lopen af en toe onder met hele hoge tijen. En hoe lang zal het duren eer de zeearend door heeft hoe lekker lepelaarkuikens smaken?
Het is de lepelaars goed gegaan in de afgelopen bijna 60 jaar. Toch hebben we het maar over 3.700 broedpaar. Nederland draagt in sommige jaren zorg voor twee derde van de hele West Europese populatie. In de Waddenzee blijken de lepelaars al aan hun limiet te zitten. Het aantal paar is wel toegenomen maar het broedsucces is achteruitgegaan. Naarmate de kolonies daar groter werden nam het aantal kuikens af van 2-3 per paar tot net 1, en dat terwijl we zien dat in een kolonie zoals Buitenliede wel 2-3 jongen groot komen. Hoeveel zijn het er eigenlijk in de Nieuwkoopse plassen? Kunnen de vaste waarnemenrs daar op letten. Dat zou heel mooi zijn! We denken dat het geringe aantal kuikens dat groot komt in de Waddenzee te maken heeft met de voedselsituatie in de Waddenzee. Er is bijna geen kleine vis meer. En broedplek is er genoeg.
Camera’s
Er is genoeg reden om de vinger aan de pols te houden bij de lepelaars. Het camera-werk in de twee kolonie kan daar aan bijdragen. Blijf kijken! Wie weet zien jullie wat er aan voedsel wordt gevoerd. Zijn het vissen? Hoe groot? Een snavel lang? Zijn het kikkers of zoetwaterrivierkreeften of zijn het kleine ondefinieerbare prooien? Hoeveel kuikens komer er groot? Schrijf het op!!! Veel kijkplezier dit voorjaar
Om even de twee kolonies te belichten waar een camera op staat: De kolonie in Haarlem Buitenliede is in 2004 ontstaan met 3 paar en gegroeid naar 29 in 2019 met een maximum van 49 in 2016. De kolonie in de Nieuwkoopse plassen is ontstaan in 2009 met 3 paar en is gegroeid naar 44 in 2019, met een maximum van 49 in 2012 en 2014.
Voor die personen die het leuk vinden wat meer over de aantallen en de ontwikkeling van de kolonies te lezen volgt hieronder het nogal droge overzicht van de ontwikkeling in aantallen kolonies en broedparen in Nederland.
Vasteland
In 1963 kwam bij de 5 kolonies uit 1962 de Oostvaardersplassen erbij en tot 1980 schommelde het aantal tussen 5 en 6. Vanaf 1983 begon het aantal kolonies gestaag toe te nemen met Lauwersmeer, Vlieland, Texel-de Schorren en Slufter erbij. In 1987 kwam het aantal boven de 20, namelijk 21 kolonies. De grote Naardermeer-kolonie was toen jammer genoeg verdwenen. Oostvaarderplassen (112 broedpaar), Zwanenwater (100), en Lepelaarplassen (75) waren de drie grote vasteland kolonies. In 2006 waren er 11 kolonies, met als grootste, de Oostvaardersplassen (217), Zwanenwater (57) en Onderdijk Vooroever (45). In 2015 ging het vasteland over de magische grens van 20 kolonies heen (23). De beroemde kolonies in de Oostvaardersplassen en het Zwanenwater waren dat jaar heel klein, slechts 15 en 3 paar. De grootste kolonies waren toen de Wieden (89), Onderdijk Vooroever (81), Nieuwkoopse Plassen (49) en Kinseldam bij Amsterdam (40). Inmiddels zijn er op het vasteland in 2019 totaal 26 kolonies met 701 nesten. De grootste kolonie is de Wieden met 210 paar. Dan volgen Onderdijk Vooroever (96), Kinseldam (80), Nieuwkoopse Plassen (49) en Botshol (36).
Waddeneilanden
In 1997 waren de Waddeneilanden bijna allemaal gekoloniseerd. De grootste kolonie was inmiddels Vlieland (154 broedpaar), gevolgd door Schiermonnikoog-oosterkwelder (147), Terschelling (114), Texel-de Geul (95), de Schorren (58), -de Muy (37) en Rottumerplaat (1). In 2001 was het aantal kolonies tot 10 opgelopen, Griend, Rottumeroog, Zuiderduin en Den Oever waren er bij gekomen. In 2014 was het aantal kolonies over de 20 heen, namelijk 23. Die stijging komt grotendeels doordat op Vlieland allemaal kleine kolonies waren ontstaan en op Terschelling de lepelaars ook meer verspreid waren gaan broeden. De grootste kolonie was inmiddels de Geul op Texel (321 broedpaar), gevolgd door Schiermonnikoog (254) inclusief de Westerplas, Vlieland (237), en Terschelling (188). In 2019 waren er 26 kolonies op de waddeneilanden met in totaal 1927 nesten. Alle Waddeneilanden zijn nu gekoloniseerd.
Delta
Het eerste nest in de Delta werd in 1988 gevonden in Saeftinghe, maar in 1997 waren er al kolonies in Quackjeswater (195 broedpaar) Volkerak (6), Veersemeer (9), Markiezaat (1) en Ventjagersplaten (1). In 2010 was het aantal kolonies tot boven de 10 opgelopen, namelijk 12. De grootste kolonie was het Quackjeswater (163 broedpaar), gevolgd door Markiezaat (78), Slaakeiland (52), Ventjagersplaten (44) en het Veerse Meer (42). In 2019 waren er 19 kolonies in de Delta met 1085 nesten in totaal. De grootste kolonie is inmiddels Markiezaat met 279 broedpaar, gevolgd door Quackjeswater (237), Slaakeiland (124), Moerdijk (117) en Sloegebied (90). De groei in de Delta is dus enorm geweest.