Na vele jaren gesteggel en procedures stroomde op 25 oktober 2022 het eerste water de Hedwige- en Prosperpolder in. Hiertoe is een nieuwe zee-kerende dijk aangelegd en zijn de omsluitende dijken verlaagd. Het water stroomt nu, bepaald door getij en het weer, via een kreek naar binnen.
Eerst wat geschiedenis
In 1847 wordt de Prosperpolder ingedijkt.
In 1904 de Hedwigepolder opnieuw nadat die eerder ondergelopen was, het waren dus betrekkelijk jonge polders.
In 2000 wordt het Nederlandse deel natuurgebied van internationaal belang.
In 2005 wordt besloten om de Westerschelde uit te diepen, zodat de haven van Antwerpen ook bereikbaar wordt voor grotere schepen. Hierdoor dreigen schorren en slikken te verdwijnen.
In dat jaar wordt een overeenkomst gesloten tussen Nederland en België om zich in te zetten voor natuurherstel. Dit moet onder andere gebeuren door uitbreiding van het Zwin en het ontpolderen van de Hedwige- en Prosperpolder.
In 2009 beginnen de werken in de Prosperpolder maar in Nederland blijft er verzet tegen het ontpolderen en wordt gezocht naar buitendijkse alternatieven. Die zijn er niet.
In 2012 zijn de werken aan Vlaamse kant zo goed als afgerond.
In 2019 veertien jaar na het besluit tot natuurherstel wordt eindelijk begonnen met de werken in het Nederlandse deel.
In 2021 zijn de vergunningen rond. Met de grond van de afgegraven dijken wordt aan de Nederlandse kant een panoramaheuvel aangelegd. Daar moet een radar- en uitkijktoren komen evenals een restaurant, een panoramaterras en slaaphuisjes. Of dat nu zo’n geweldig idee is?
De aannemer die als taak had gekregen de polder onder water te zetten was al begonnen met de voorbereidingen. Maar toen werd bekend dat het water van de Westerschelde vervuild is met PFAS: chemische stoffen pfas (per- en polyfluoralkylstoffen) die door de mens zijn gemaakt, en schadelijk kunnen zijn voor gezondheid en milieu. Dit dreigde weer voor vertraging te zorgen. Het ontpolderen van de op zich saaie Hedwige- en Prosperpolder was dus nodig ter compensatie van verdiepingen van de Westerschelde waardoor slikken en schorren verloren gingen en om Antwerpen bij, hoog water, droge voeten te laten houden.
Een land van contrasten…
Het is nu al een enorm succes en uiteraard hebben ‘onze’ lepelaars het al ontdekt. Het gebied is groot, van Drydijk en de Putten bij Kieldrecht in België tot de radartoren op de rand van het schor van het oude Verdronken Land van Saeftinghe in Nederland, dat door opslibbing inmiddels vele meters hoger ligt dan de polders binnendijks.
De Vlaamse wetenschapsjournalist, schrijver en veelaflezer van ringen van lepelaars Dirk Draulans telde 18 juli 354 Lepelaars in het nieuwe deel wat vroeger Prosper- en Hedwigepolder was. Op 24 juli 390 en op 30 juli zelfs het ongekende aantal van 430 lepelaars! Nu de najaarstrek op gang begint te komen (we schrijven augustus 2023) gaan die aantallen mogelijk nog oplopen! Dat er daar nu zoveel lepelaar staan is op zich niet heel erg verbazingwekkend. Er bestaat een sterke relatie tussen de kolonie in het Markiezaat bij Bergen op Zoom en de kolonie in de Verrebroekseplassen bij Doel, Antwerpen. Lepelaars uit die kolonies verblijven, vooral in de nazomer en winter, ook al jaren in het Verdronken Land van Saeftinghe. Maar het nieuwe gebied is dus bijzonder snel ontdekt!
Er verblijven in het Grenspark op dit moment ook enorm veel kleine zilverreigers, grote zilverreigers, blauwe reigers, kluten, bergeenden en nog veel meer, wat aangeeft hoe belangrijk dit nieuwe gebied is.
Spannend wat er zich als broedvogel zal gaan vestigen. Misschien een vis- of zeearend? Er staat al een kunstnest voor hun klaar. Of lepelaars? Hoewel ik denk dat de broedeilanden wel bereikbaar zullen zijn voor vossen en die zijn er veel in het Verdronken Land van Saeftinghe….. Dit gebied zal zich de komende jaren hoe dan ook mooi blijven ontwikkelen.