Trek in trek

by Theunis Piersma/ on 17 Oct 2023

Trek in trek

Harde kloppen op de deur van het boerderijhuis aan het Marais d’Orx, een meertje bij Bayonne in zuidwest Frankrijk. Paul komt ons waarschuwen. Het is opgehouden met regenen, de zware bewolking van die dag is opengebroken en geheel overwacht stromen honderden lepelaars het luchtruim boven het Maraix d’Orx binnen, soms prachtig verlicht door de namiddagzon. Een prima reden om ruw uit de siësta te worden gewekt!

Snel op weg naar de bekende plekken aan de zuidrand van het meer, daar waar de lepelaars meestal aan de grond komen. Ze drinken er wat, poetsen en slapen er wat, enkelen foerageren wat, maar de meeste blijven er minder dan een dag voor ze verder naar het zuiden trekken. We zitten hier op de grens met Baskenland, hier beginnen lepelaars aan de oversteek van het Cantabrisch gebergte en de Spaanse hoogvlakte. Velen zullen pas in Zuid-Spanje weer een stop maken.

In de tientallen jaren dat ik me nu met vogeltrek bezig houd, heb ik die lange vliegreizen van trekvogels beschouwd als ‘zwaar’, ‘fysiek uitdagend’, ‘uitputtend’ en ‘risicovol’. Ik was niet de enige, zo werd (en wordt) er gewoonlijk door biologen en de professionele verhalenmakers over vogeltrek gesproken. In Marais d’Orx zou het dus gaan om een beslissing (al of niet vertrekken, en met wie) over leven en dood.

Nog nooit had ik aan trek gedacht als ‘enerverend’, ‘leuk’ of zelfs ‘gezellig’, trektochten als plezierige en opwindende ontdekkingsreizen, reizen waar je gewoon enorm zin in zou kunnen hebben (ook al kunnen ze, en dat weten we, fout aflopen). Toch was ‘plezier’ precies wat ik voelde bij het kijken naar de vluchtdansende groepen lepelaars die in de namiddag van 29 september 2021 in de Marais d’Orx langskwamen. Hun enthousiasme was voelbaar.

Dat gold ook voor de groep die bij zonsondergang aan de westkant van het meer landde, precies tegenover ons verblijf in een verbouwde boerderij. In die groep zat zelfs lepelaar ‘Petra’ die een paar maanden eerder bij Amsterdam als kuiken door Tamar Lok van een zender was voorzien. Petra bleef die nacht in Marais d’Orx. In de ochtendschemer vertrok ze. Wij konden haar uitzwaaien, want we kwamen net aanlopen toen haar groep nog voor zonsopkomst besloot te vertrekken.

Voor het eerst in al die jaren dacht ik: “wat moet het geweldig zijn om als jonge lepelaar voor het eerst zo’n trek te doen, vol verwachtingen, en in goed gezelschap van ervaren soortgenoten die weten wat ze doen”. Wat leuk om zin in trek te hebben!

Een persoon kijkt met de verrekijker over een breed meer

Florent Lagarde, werkzaam bij het Réserve Naturelle de la Marais d’Orx, kijkt op 29 september 2021 naar een naar het zuiden doortrekkende groep lepelaars, op deze foto te zien als een wit wolkje tegen het groen (rechts naast Florent’s rechterhand). - Foto: Theunis Piersma

Onlangs had ik de eer om over vogeltrek te mogen vertellen op het trekvogelsymposium dat door het Nationaal Park Oosterschelde op de Neeltje Jans was georganiseerd. Ik vertelde onder andere over onze (her)ontdekking van het ‘oeken’, het geluid dat lepelaars vooral voor vertrek van de wat langere trektochten lijken te maken. Onder de toehoorders was Titia Kroon, vrijwilliger bij de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland. Titia kwam in de pauze naar me toe met een prachtig verhaal: ze had 20 jaar geleden al ontdekt hoe positief opgewonden trekkende lepelaars klinken! Hier vertelt ze het zelf:

“Ongeveer 20 jaar geleden wandelde ik in de namiddag over het strand van Meijendel (bij Wassenaar) naar Scheveningen. Het was een prachtige nazomerdag in september. Ik hoorde schuin boven achter mij vogelgeluiden en ik keek om. Op minder dan 100 m hoogte zag ik een groep van zo’n 20 tot 25 lepelaars langs de kust naar het zuiden vliegen. In die tijd zag je nog helemaal niet zoveel lepelaars als nu, dus dat was heel bijzonder en het beeld staat nog altijd op mijn netvlies gebrand. Ook in mijn geheugen gegrift staat het geluid dat ze maakten: ze riepen onafgebroken naar elkaar, opgewonden als een klas die op schoolreis gaat. Ik hoorde lagere en hogere geluiden, die wellicht door jonge en oudere vogels werden gemaakt. Ik voelde gewoon hun opwinding! Ze moesten net aan hun grote trektocht zijn begonnen. Tot ze uit zicht waren heb ik ze nagekeken.”

Zo! Titia’s verhaal vult onze, inmiddels gepubliceeerde, waarnemingen aan met de constatering dat lepelaars ook tijdens het vliegen met elkaar blijven praten. Maar wat nu het meeste indruk op me maakt is haar interpretatie van wat ze daar op het strand bij Den Haag meemaakte: lepelaars die trek in trek hebben.

Bronvermelding

Lagarde, F. & Piersma, T. (2021) Vocal signalling by Eurasian Spoonbills Platalea leucorodia in flocks before migratory departure. Ardea 109, 243–250.