Maatregelen tegen draadslachtoffers

by Femke van den Berg/ on 08 Jul 2024

Maatregelen tegen draadslachtoffers

Naast wetenschappelijk onderzoek probeert de werkgroep ook de lepelaars en kleine zilverreigers zelf zoveel mogelijk te beschermen, evenals hun leefgebied.

Eén van de doodsoorzaken bij lepelaars wordt veroorzaakt door botsingen met elektriciteitsleidingen en dan met name met de bovenste twee ‘bliksemdraden’ die het dunst en dus het minst zichtbaar zijn. Als gevolg van de plaatsing van hun ogen zien de lepelaars de draden vaak pas op het laatste moment. Ze proberen dan nog op te trekken waarbij de poten naar beneden gaan. De poten klappen dan tegen de draad waardoor ze breken. De lepelaar kan in dat geval soms nog vliegen en bereikt ook nog wel eens de kolonie maar zodra hij geland is zal hij onherroepelijk doodgaan. Als zo’n vogel gevonden wordt kun je aan de poten zien dat het om een ‘draadslachtoffer’ gaat.

Foto: Kris de Maeyer

Foto: Kris de Maeyer

De werkgroep is al lang in gesprek met Tennet, de beheerder van het elektriciteitsnet in Nederland. Het gaat immers om grote aantallen slachtoffers per jaar en niet alleen onder lepelaars. Braaksma (1966) heeft geprobeerd het aantal draadslachtoffers per jaar te schatten uit ringgegevens. Greven (1973) heeft dit gedaan door tellingen van draadslachtoffers onder hoogspanningslijnen. Geschat wordt dat het jaarlijkse aantal slachtoffers omstreeks 1 miljoen bedraagt en dat alleen al in Nederland! Volgens een recente studie in België is ook de tol daar aanzienlijk. Alleen al voor watervogels wordt daar op jaarbasis het aantal dodelijke slachtoffers geschat op ruim 600.000 exemplaren.

Door de energietransitie worden de laatste en komende jaren veel nieuwe tracés aangelegd om de stroom van alle nieuwe windparken op zee aan land te brengen en van daar uit verder te transporteren. Reden te meer om Tennet te vragen om zogenoemde mitigerende maatregelen te nemen door het aanbrengen van draadmarkeringen om zodoende de sterfte zoveel mogelijk te beperken. Tennet is echter moeilijk te bewegen deze maatregelen op grote schaal uit te voeren. Het blijft vaak bij gesprekken en een pilot hier en daar. Dit terwijl in andere landen zoals bijvoorbeeld in Spanje zeer veel maatregelen worden getroffen en het voorkomen van elektrocutie bij vogels zelfs bij wet is geregeld. Het Koninklijk Besluit 1432/2008 geldt voor alle nieuw te bouwen elektriciteitsmasten en voor bestaande masten in de speciale beschermingszones. Spanje heeft de laatste jaren 100 miljoen euro geïnvesteerd in beschermende maatregelen. Daar kan (en moet) Nederland een voorbeeld aan nemen.

Vroeger werd door Tennet gesteld dat het aanbrengen van krullen of flappen aan de bovenste draden slechts mogelijk was bij onderhoud als de stroom van de draden was. Ook werd gezegd dat het onmogelijk was om de leidingen ondergronds te leggen. Maar de techniek is inmiddels voortgeschreden. Leidingen kunnen ondergronds worden aangelegd en met drones kunnen tegenwoordig – ook als de stroom op de leidingen staat – draadmarkeringen worden aangebracht.

Wat zijn nu de beste maatregelen die men kan nemen? Het ondergronds aanleggen van leidingen is uiteraard de beste oplossing, maar duur en niet altijd mogelijk. Uit de grote hoeveelheid literatuur over de efficiëntie van draadmarkeringen die beschikbaar is, blijkt dat draadmarkeringen de op één na beste oplossing zijn.

Welke draadmarkeringen zijn er zoal? De meest gebruikte draadmarkeringen zijn varkenskrullen (spiralen), vogelflappen, ballen en Fireflies.

Sommige van deze draadmarkeringen zijn getest en ondeugdelijk bevonden zoals oranje, gele en rode varkenskrullen die geen effect hebben vooral ook wanneer ze niet bewegen of te klein zijn (onderzoek in Duitsland). Ook uit een test in Portugal blijkt dat varkenskrullen die grijs, rood of wit waren ineffectief zijn. Ze zijn simpelweg niet zichtbaar genoeg voor vogels.

Wat is Tennet nu bijvoorbeeld aan het aanbrengen in het nieuwe tracé Zuid-West 380 KV van Borssele naar Tilburg? Juist, kleine grijze varkenskrulletjes die met het blote oog nauwelijks zichtbaar zijn en die dus geen enkel effect zullen hebben. Een gruwelijk filmpje van boswachter Eric de Jonge van Brabants Landschap maakt dit overduidelijk. https://twitter.com/boswachteredj/status/1397492685431349253?s=21&t=MYc35cpWu3aKYoDQVe-dZg

Uit onderzoek in Spanje, Zweden, België, Bulgarije, Litouwen, Roemenië en Zweden blijkt dat de beste oplossing het gebruik van FireFlies (Bird Diverter uit Zweden) is. De FireFly roteert, spiegelt en gloeit in het duister. Dit laatste is met name voor vogels die ook ’s nachts vliegen (zoals lepelaars) van belang. Uit studies blijkt dat het aantal draadslachtoffers (afhankelijk van de soort) kan dalen met 75% tot wel 95%. Er is ook een nieuwe techniek die al in Amerika is gebruikt. Deze ACAS-techniek (Avian Collision Avoidance System) is er vooral op gericht om hoogspanningslijnen ook ’s nacht beter zichtbaar te maken door deze met ultraviolet licht (niet zichtbaar voor de mens) te beschijnen. Deze techniek resulteerde in een daling van 98% bij aanvliegingen van Canadese kraanvogels.

Het wordt dan ook de hoogste tijd dat de Nederlandse netbeheerder zijn verantwoordelijkheid neemt en op al de nieuw aan te leggen tracés en die tracés die liggen in risicogebied, zorgt voor het aanbrengen van FireFlies. Want, zoals een medewerker van Tennet tijdens een overleg opmerkte: “Elke vogel is er één teveel”.