Over saxofoons en de luchtpijp van lepelaars

by Theunis Piersma/ on 09 Jul 2024

Over saxofoons en de luchtpijp van lepelaars

In 1840 ontwikkelde de ambitieuze en dan 26 jarige Belgische instrumentenmaker Adolphe Sax een blaasinstrument dat álle goede eigenschappen van de klassieke muziekinstrumenten in zich zou moeten verenigen. Die eerste ‘saxofoon’ was een hele grote, een bassaxofoon met een heel diep geluid. Immers, hoe langer de buis (en dus hoe groter de saxofoon), hoe lager het geluid. Nadat Sax in 1842 naar Parijs was verhuisd, voegde hij daar steeds kleinere aan toe, met de sopranino als allerkleinste.

Van 6-14 februari 2021 was het heel koud in Nederland. Het oppervlaktewater vroor zelfs in Zeeland dicht. In het gebiedje ‘Levensstrijd’ bij Zierikzee verloren een aantal lepelaars de strijd om hun bestaan. De meeste waren jong, nog maar half jaar oud, maar er was ook een volwassen vogel die het niet had gered. De winterslachtoffers werden uit het ijs gebikt door Sven Prins en in een vriezer bewaard tot we ze beter gingen bekijken.

Door de (her-)ontdekking van het ‘oeken’, waren we nieuwsgierig geworden naar de manier waarop lepelaars die geluiden voortbrengen. Oeken zijn korte zachte geluidjes (het klinkt een beetje als ‘oek’) die lepelaars maken voordat ze in een groep van een plek vertrekken. We keken dus heel goed naar het geluidsproductie-orgaan. Bij vogels is dat de ‘syrinx’, een klein structuurtje met twee ‘trommelvliesjes’ op de plek waar de luchtpijp zich in tweeën splitst, met korte buisjes naar de linker en rechter longen.

De jonge vogels hadden een rechte luchtpijp met een lengte van een dikke 20 centimeter. Precies wat je zou verwachten. De verbazing was daarom groot toen bleek dat de volwassen lepelaar een luchtpijn had met een krul, een grote kronkeling. Die verlenging, als het ware opgevouwen in de onderhals, maakte de luchtpijp twee keer zo lang! Sjonge! Dat betekent dat nadat alles aan lepelaars helemaal is uitgegroeid (botten, veren, organen), zich in de hals kennelijk de luchtpijp verlengt. En omdat de lucht die door langere buizen wordt geblazen tot lagere geluiden leidt, begrepen we ineens waarom de ‘oek-geluiden van jonge lepelaars hogere frequenties hebben dan de ‘oeks’ van volwassen vogels.

We dachten dat we een grote zoölogisch ontdekking hadden gedaan! Dat viel een beetje tegen. Toen we in de literatuur gingen zoeken bleek dat de gekrulde luchtpijp van lepelaars al láng bekend was; ze was al meer dan 100 jaar geleden beschreven door de nijvere morfologen uit die tijd. Dat neemt niet weg dat het spectaculair is dat volgroeide lepelaars, net als mensen, op een gegevens moment ‘de baard in de keel’ krijgen. Wat betreft hun luchtpijp beginnen lepelaars met iets dat je zou kunnen vergelijken met een sopraansaxofoon. Op een bepaald moment groeit die luchtpijp uit tot iets dat op een tenorsaoxofoon lijkt.

Inmiddels hebben we meer gestorven lepelaars kunnen bekijken, waaronder vogels met bekende leeftijd uit Artis in Amsterdam. Het lijkt erop dat mannen eindigen met een tenorsaxofoon (ook het volwassen Zeelandse winterslachtoffer was een man), maar dat vrouwtjes een luchtpijp ontwikkelen die je het beste met een altsaxofoon zou kunnen vergelijken.

Schetsen van de rechte luchtpijp van jonge lepelaars, vergelijkbaar met een sopraansaxofoon, en de verlengde luchtpijpen met een kronkeling van volwassen lepelaars. Die laatste zou je kunnen vergelijken met alt- en tenorsaxofoons. - Bron: bewerking van een tekening uit Fitch, W.T. (1999) .

Schetsen van de rechte luchtpijp van jonge lepelaars, vergelijkbaar met een sopraansaxofoon, en de verlengde luchtpijpen met een kronkeling van volwassen lepelaars. Die laatste zou je kunnen vergelijken met alt- en tenorsaxofoons. - Bron: bewerking van een tekening uit Fitch, W.T. (1999) .

Bronnen:

https://www.bax-shop.nl/blog/muziekinstrumenten/saxofoon-geschiedenis-soorten-en-speeltechnieken/

Fitch, W.T. (1999) Acoustic exaggeration of size in birds via tracheal elongation: comparative and theoretical analyses. Journal of Zoology, London 248: 31-48.

Lagarde, F. & Piersma, T. (2021) Vocal signalling by Eurasian Spoonbills Platalea leucorodia in flocks before migratory departure. Ardea 109: 243–250.