Evenals vorig jaar kreeg ik ook dit jaar weer de kans om als vogelwachter een week op het eiland Griend door te mogen brengen. Dit jaar in de tweede week van juli. Griend is een onbewoond eiland gelegen in de Waddenzee tussen Terschelling en Harlingen en dit eiland wordt al meer dan honderd jaar als natuurmonument beheerd door de vereniging Natuurmonumenten. De huidige oppervlakte bedraagt ca 60 ha. Maar het eiland is in het verleden veel groter geweest en kent door de eeuwen heen een hele rijke historie. Wie daar meer over wil weten moet maar eens wat literatuur raadplegen dat hier over dit eiland door onder andere Jan Veen en wat recenter door Laura Govers is gepubliceerd. Griend is vooral van belang als broedgebied voor soorten sterns als: grote stern, visdief en noordse stern.
Maar minstens zo belangrijk is dit eiland als rustgebied voor de vele duizenden steltlopers die hier jaarlijks wekenlang in het voor- en najaar op en rondom Griend verblijven. Zij doen dit tijdens hun trektocht vanuit hun winterverblijf in het verre zuiden naar hun broedgebieden in het hoge noorden vise versa. Het gaat dan vooral om vogelsoorten als Kanoetstrandloper, Rosse grutto, bontestrandloper en nog vele andere soorten steltlopers. De Waddenzee is een getijdengebied en tweemaal daags vallen uitgestrekte wad vlaktes rondom Griend droog waardoor al die duizenden steltlopers de gelegenheid benutten om te foerageren. Vetreserves worden hier weer aangevuld om na enkele weken hun reis te kunnen vervolgen. En dit proces gaat al eeuwenlang door en het is prachtig om dit tijdens zo’n week op het eiland dagelijks te kunnen volgen.
Ook de lepelaar heeft inmiddels Griend als geschikte broedlocatie ontdekt. Mede door toename van de landelijke broedpopulatie zijn er vanaf 2013 op Griend lepelaars gaan broeden. Inmiddels broeden hier tussen de 60 en 70 paar en met succes zoals we dat de laatste jaren hebben kunnen vaststellen. Gemiddeld brengen deze paartjes hier tussen de 1 en 1½ vliegvlug jong groot.
Door de Werkgroep Lepelaar worden hier jaarlijks gemiddeld zo’n dertig jonge lepelaars geringd waarbij gebruik gemaakt wordt van individueel herkenbare kleurringcombinaties. Het is inmiddels bekend dat na één jaar zo’n 40% van deze jongen het niet heeft overleefd, maar de andere 60% heeft vaak de kans om tussen de 12 en 15 jaar oud te worden. Na het uitvliegen kunnen deze dieren dan met behulp van een kijker of telescoop verder gevolgd worden. Waarnemers van gekleurringde lepelaars krijgen meestal zo spoedig mogelijk na hun melding de meest recente levensgeschiedenis van hun waargenomen lepelaar toegestuurd.
Naast het gebruik van kleurringen wordt er nu ook regelmatig gebruik gemaakt van kleine zendertjes die als een soort rugzakje wordt aangebracht. De informatie die uit dit zenderwerk wordt verkregen is bepaald indrukwekkend en verschaft veel inzicht hoe lepelaars hun dag indelen en gebruik maken van hun broed- en voedselgebieden. En al die informatie kan weer gebruikt worden om die gebieden in ieder geval voor de lepelaars beter te beschermen en daar zullen ongetwijfeld ook andere vogelsoorten gebruik van maken. Liefhebbers die dat willen volgen moeten maar eens kijken op aps als: Animal Tracker maar er zijn ook andere mogelijkheden om gezenderde vogels te kunnen volgen.
De lepelaars hier op Griend broeden net als op de andere Waddeneilanden op de grond waardoor ze betrekkelijk eenvoudig te benaderen zijn. Lepelaars broeden in groepen en jonge lepelaars lopen bij grondnesten vaak al vanaf hun derde levensweek in kleine crèches rond. Als de jongen zo’n vijf weken oud zijn wordt zo’n groepje jongen benaderd en met een aantal helpers is het dan redelijk eenvoudig om zo’n groep te isoleren van de rest van de broedkolonie. Naast het aanbrengen van een kleurring en ring van het Vogeltrekstation Arnhem worden er worden per individu verschillende biometrisch maten genomen als: vleugel- en tarsuslengte; het gewicht wordt bepaald en er wordt meestal een druppeltje bloed voor nader onderzoek afgenomen. Daarnaast wordt er de laatste jaren een keel- en cloacamonster genomen om na te gaan of dieren besmet zijn of zijn geweest met vogelgriep. En dat allemaal ter vergroting van de kennis over deze soort en die mogelijk ook gebruikt zal worden voor verbetering van hun leefomstandigheden.
Op Griend staat al jarenlang een onderkomen voor vogelwachters en ons huidige onderkomen werd hier gebouwd in 2006. Dit verblijf bestaat uit twee verdiepingen en op de bovenste verdieping is buitenom een omloop met ballustrade aangebracht, van waar af we het hele eiland prachtig kunnen overzien.
We zien dan tweemaal daags de lepelaars zo’n 2 tot 3 uur na hoogwater de kolonie verlaten om in de geulen rondom het eiland omdat dit moment vooral op garnalen en kleine platvisjes te foerageren. Ze doen dit vaak in groepjes mede omdat denk ik effectiever is om prooien te kunnen pakken. Als ze voldoende voedsel verzameld hebben vliegen ze terug naar de kolonie om hun jongen te voeren en dat gebeurt lang niet al te zachtzinnig. Zeker als de jongen bijna even groot zijn als hun ouders wordt er heel nadrukkelijk gebedeld om en zie je gewoon dat die ouders grote moeite hebben om hun jongen tevreden te stellen. Ook als de jongen inmiddels vliegvlug zijn worden ze nog zeker een week of 4 bijgevoerd. De jongen gaan dan inmiddels af en toe al wel mee op zo’n voedselvlucht, maar worden ook nog wel regelmatig gevoerd.
En dat hebben we allemaal in zo’n weekje eilandbezoek van nabij kunnen volgen. Het was weer een waar genoegen.!