Ook in december 2024 is er weer een bezoek geweest aan de Banc d’Arguin in Mauretanie. Mohamed Camara, Bob Loos, Theunis Piersma en Petra de Goeij hebben de eilanden Arel en Nair bezocht en daar de lepelaars geteld en kleurringen afgelezen. Op het eiland Arel werden er 5100 geteld en op Nair 500. Het is altijd bijzonder om er de lepelaars vanuit heel West Europa te zien.
Dit keer waren er lepelaars uit (in aflopende volgorde van aantallen) Mauretanie, Frankrijk (Camargue), Nederland, Spanje, Portugal, Marokko, Belgiё, Duitsland, Denemarken en Italiё en zelfs eentje uit Hongarije, die door twee verschillende personen werd afgelezen. De meeste afgelezen kleurringen komen inmiddels van lokale Mauretaanse broedpopulatie, omdat Mohamed Camara van het Parc National du Banc d’Arguin en zijn team jaarlijks zo’n 120 lepelaarkuikens voorzien van een rode vlag en 3 kleurringen.
De Mauretaanse lepelaars zijn in de vorige eeuw op grond van verschillen in lichaamsgrootte (kleiner!) en snavelkleur (zwart!) onderscheiden als een apart ondersoort (Platalea leucorodia balsaci). DNA waarnemingen bevestigde later het onderscheid. De laatste jaren begon het ons steeds meer op te vallen dat lepelaars met rode vlaggen rondliepen die best vaak een gele snavelpunt a la leucorodia hadden. Tijdens dit bezoek noteerden we van elke geringde lepelaar waarvan we de bovensnavel goed konden zien, de kleur van de snavelpunt. Onze indruk is dat de meeste balsaci lepelaars inmiddels snavels hebben die lijken op die van leucorodia. We weten dat er soms Europese lepelaars op de Banc d’Arguin blijven hangen om te broeden. Zijn dat er inmiddels zoveel dat ze de snavelkleur van de lokale broedvogels hebben beïnvloed? De mate van hybridisatie kunnen we onderzoeken aan de hand van DNA. Mohamed Camara en zijn team zullen het komende jaar daarvoor DNA-monsters van de kuikens gaan nemen.
Twee leuke waarnemingen van plaatstrouwe vogels op respectievelijk Arel en Nair zijn aW[KX]/B[KX] en YLYf/aBG. De eerste is een vrouwtje in 2006 geringd op Schiermonnikoog en aldaar broedend. De tweede is geringd in 2011 op Ellewoutsdijk Zuidgors, nog nooit waargenomen in een broedkolonie, maar wordt bijna ieder jaar gezien bij Wolphaartsdijk, Kwistenburg en de Hoedekenkerkse polder.
Hieronder de link die de Hongaarse kleurring-gegevens in Europa (behalve Carpathian Basin), Afrika en het Midden-Oosten laat zien.